Liesbeth Naessens (Odisee/Universiteit Antwerpen) en Kaat Severs (Psychotherapie BRUG) maken deel uit van de Nederlandstalige werkgroep in Brussel die mee de Nationale Dagen van de Gevangenis organiseert. Vrijwilligers die in en rond de gevangenissen werken en goed omkaderd worden, vormen volgens hen een brug tussen gedetineerden en de samenleving. Want een ontmoeting tussen een vrijwilliger en een gedetineerde is er een van mens tot mens.
VERBINDING VERBROKEN
Tijdens de Corona pandemie ervaren we meer dan ooit tevoren hoe het is om met beperkte vrijheid om te gaan. Een avondklok, een opschorting van sport, cultuur, verplicht thuiswerk. Dat komt hard aan. Het verplicht ‘in uw kot blijven’ toont dat vrijheid en medezeggenschap een gegeerd goed is. Ondanks de beperkingen proberen we in verbinding te blijven en elkaar niet uit het oog te verliezen. Voor wie in de gevangenis opgesloten zit is dit dagelijkse kost. Zij zitten ‘Altijd in quarantaine’. Detentie kenmerkt zich immers net door de uitsluiting van mensen uit de samenleving. Mensen in de gevangenis zitten letterlijk afgesloten van hun familie en de maatschappij. Heel wat vrijwilligers zetten zich in voor deze doelgroep waardoor ze verbinding creëren. Een verbinding tussen burgers onderling en waardoor ze de link met de samenleving in stand houden.
OP ELK MOMENT
Vrijwilligers bieden een meerwaarde van zodra mensen hun eerste stappen in de gevangenis zetten tot na de vrijlating. Opgesloten worden in de gevangenis heeft een grote impact. Op zo’n moment jouw verhaal kunnen doen, in vertrouwen, is belangrijk. Vrijwilligers van het Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) in de gevangenis van Mechelen doen het welzijnsonthaal van mensen die in de gevangenis binnen komen. De vrijwilliger luistert en geeft informatie over de hulp- en dienstverlening in de gevangenis. Concrete hulpverleningsvragen geeft men door aan een professionele hulpverlener, die door deze manier van werken meer tijd heeft voor begeleiding. Na de eerste shock van een opsluiting zijn er ook tijdens de detentie heel wat ondersteuningsnoden. Zo zijn er bijvoorbeeld mensen die zelden of nooit bezoek krijgen. Stel het u even voor om maanden of soms jaren opgesloten te zitten zonder bezoek. De zogenaamde ‘bezoeksvrijwilligers’ gaan langs bij die mensen. Ze bieden een luisterend oor, praten over een gemeenschappelijke hobby of de actualiteit.
Nederlands onderzoek toont aan dat de waarde van dit vrijwilligersbezoek in de belangeloze inzet en in de ontmoeting van mens tot mens zit. Een vertrouwelijk gesprek voeren geeft even een uitweg uit het gevangenisleven waar vertrouwen een zeldzaam goed is. Ook bij de terugkeer naar de samenleving bieden vrijwilligers een meerwaarde. Sinds enkele jaren zet het project Brug Binnen Buiten (van CAW Antwerpen) vrijwilligers in als buddy bij mensen die de gevangenis verlaten. Inmiddels is men ook binnen CAW de Kempen met dit project gestart. De vrijwilligers fungeren letterlijk als brugfiguren voor mensen na hun vrijlating naar de samenleving. Ze helpen drempels te overwinnen naar de formele hulp- en dienstverlening buiten de gevangenis (OCMW, VDAB, schuldbemiddeling, verslavingszorg, woonbegeleiding, …), maar ook naar persoonlijke sociale netwerken.
De meerwaarde voor degene die de gevangenisdeur achter zich toeslaat bestaat zowel uit de praktische ondersteuning, waardoor zaken sneller in orde geraken, alsook uit de emotionele steun. De vrijwilliger gaat letterlijk naast hen staan en maakt tijd vrij om te luisteren, om samen te zoeken naar oplossingen en mee op pad te gaan. Een gelijkwaardige relatie is zo waardevol, waarbij de vrijwilliger niet alle kennis in pacht heeft en samen met de cliënt op zoek gaat naar oplossingen. De professionele sociaal werker volgt het traject nauwgezet mee op en springt bij met kennis en expertise waar nodig om zo kwalitatieve hulp te verzekeren. Het samenspel tussen vrijwilliger en professionele kracht maakt de hulp- en dienstverlening sterker.
Detentie is al een maatschappelijk beladen thema waar velen een uitgesproken mening over hebben. Dit is nog meer het geval als het gaat over mensen die zedenfeiten pleegden. Het stigma en de maatschappelijke afkeer voor hen is erg groot. Toch zijn er vrijwilligers, gewone burgers dus, bereid om tijd te investeren in deze mensen. Het re-integratieproject COSA installeert een netwerk van vrijwilligers rond een zedenpleger. De vrijwilligers ondersteunen hen om opnieuw deel uit maken van de samenleving. Waar een therapeut zich richt op specifieke therapeutische doelen, richten vrijwilligers zich op de dagdagelijkse realiteit waar mensen in leven. Ze helpen bijvoorbeeld om nieuwe sociale contacten aan te gaan of bij de inschrijving in een sportclub. Ook hier zien we dat de eigenheid van de vrijwilligers die na de werkuren alledaagse hulp bieden complementair is naast de aanpak van de professionele therapeut. Net omdat men vertrekt uit de concrete vragen van elke dag, biedt de vrijwilliger een zinvolle meerwaarde in het behandeltraject van zedenplegers.
WELKE WINST?
Vrijwilligers inzetten betekent echter niet minder werk voor beroepskrachten. Het is geen goedkope oplossing, misschien zelfs integendeel. Een professioneel kader met goede screening, opvolging en ondersteuning is cruciaal om de vrijwilliger te laten slagen in zijn opdracht. Dit vraagt met andere woorden middelen om dit goed te kunnen doen. Beroepskrachten en organisaties zetten dus niet zomaar vrijwilligers in om hun werk te verlichten. Ze doen dit omdat ze geloven in de meerwaarde van vrijwilligers ten aanzien van deze doelgroep. Vrijwilligers komen tegemoet aan de reële noden die er zijn. Noden die niet enkel kunnen opgevangen worden door professionals. De meerwaarde situeert zich zowel op het relationele niveau namelijk de unieke relatie van burger tot burger. Anderzijds bevindt er zich ook een meerwaarde op het praktische niveau. Vrijwilligers zijn bijvoorbeeld ook present buiten de kantooruren, hebben meer tijd of kunnen de cliënt vergezellen naar een bepaalde dienst.
Door vrijwilligers in te zetten betrek je ook de samenleving en laat je hen mee zoeken naar antwoorden op vraagstukken rond criminaliteit, veiligheid en sociale uitsluiting. Dit zijn complexe maatschappelijke problemen die een maatschappelijk antwoord vragen. Vaak zijn we geneigd om moeilijke zaken toe te vertrouwen aan professionals. Hierbij vergeet men het potentieel en de kracht van de samenleving. Naast professionals hebben vrijwillige burgers dus zeker hun plaats in het antwoord op deze fenomenen en hebben ze bovendien het potentieel om hieromtrent het debat te openen. Zij leren immers de mens achter de muren en achter de strafrechtelijke feiten kennen. Ze zien de beperkingen van het huidig strafrechtelijk systeem. Door met mensen in hun omgeving te praten over deze ervaringen brengen ze “binnen” naar “buiten”. Dit kan heersende vooroordelen doorbreken, bestaande uitsluitingsmechanismen en onrechtvaardige systemen worden vanuit die specifieke positie aangekaart. Op die manier dragen vrijwilligers bij aan sociale verandering en kunnen ze een groter draagvlak voor hervormingen van het strafrechtelijke systeem aanzwengelen.
Vrijwilligers zijn dus niet louter waardevol omwille van relationele en praktische voordelen. Ze zijn belangrijke pleitbezorgers voor verandering. Een samenleving met onderlinge verbinding en solidariteit, over muren en vooroordelen heen, draagt bij tot meer veiligheid. Dit realiseren vraagt een beleid dat financiële ondersteuning voorziet om de vrijwillige inzet professioneel te onderbouwen.
Bron: Artikel op Free.Brussels (02/12/2020)